Alleen voor docenten

Taalprof Klas is een apart onderdeel van het Taalprof blog, naast het al bestaande Taalprof Plein. Het verschil is dat de berichten in Taalprof Klas alleen maar over grammatica in de klas gaan, en dat ook de discussie daartoe beperkt dient te blijven.

Taalprof Klas zal daartoe strenger worden gemodereerd. Reacties die niet over de klassenpraktijk gaan, zullen zonder verdere opgaaf van redenen worden verwijderd.

woensdag 30 september 2015

Alles over de lijdende vorm, of: Burzio voor beginners

Geen constructie heeft het in het onderwijs zo te verduren als de lijdende vorm. Wordt hij in het schrijfonderwijs niet verketterd door de stijlmeesters, dan klagen docenten wel dat hij zo lastig uit te leggen is, en dat de leerlingen nooit helemaal begrijpen waar het over gaat. In veel gevallen blijft de uitleg beperkt tot een paar aansprekende voorbeelden (Jan kust Marie en Marie wordt door Jan gekust), waaruit leerlingen dan zelf moeten afleiden wat het verschil is. Tot overmaat van ramp krijgt de leerling instructie om een gewone zin in een lijdende vorm om te zetten, wat dan weer in het schrijfonderwijs afgeraden wordt, pardon, wat docenten in het schrijfonderwijs dan weer afraden, dus de leerling zal het idee krijgen: waarom moet ik dit kunnen als ik het toch nooit moet doen?

Geen van de mij bekende methodes gaat in op wat de lijdende vorm nou eigenlijk is. Misschien zijn er enkele verdwaalde docenten die dat heel goed uitleggen, maar het is in elk geval geen staande praktijk. Maar wat is de lijdende vorm dan eigenlijk? Daarover heeft de moderne taalkunde ons vrij veel inzicht opgeleverd, dat vrijwel niet tot het klaslokaal is doorgedrongen. Het belangrijkste inzicht is: de lijdende vorm bestaat eigenlijk niet.

maandag 17 augustus 2015

Weet je wat?

(De opstelling is die van een debatprogramma. Discussieleider de Taalprof staat achter een katheder, de deelnemers zitten naast elkaar op een bank: twee oude Griekse filosofen in toga, en een jonge dynamische docent met een positieve uitstraling)

(begintune, applaus)
 
T: Hartelijk welkom, dames en heren, jongens en meisjes, bij een nieuwe aflevering van Weet je wat?, ons spannende discussieprogramma over actuele onderwerpen in het onderwijs. Vandaag hebben we drie gasten die zullen discussiƫren over het thema Flipping the classroom. Ik stel ze even aan u voor.

zondag 12 juli 2015

Wat is het verschil tussen een voorwerp en een bepaling?

De Taalprof was gisteren bij een workshop van Arnoud Kuijpers over het maken van een videofilmpje. Leeropbrengst: het is niet moeilijk, maar het kost wel tijd en een goede microfoon.


maandag 25 mei 2015

Wat moet je weten van de persoonsvorm?

De persoonsvorm is vaak de eerste grammaticale term die je leert. Daarbij leer je vooral hoe je de persoonsvorm moet aanwijzen in een zin (zin vragend maken bijvoorbeeld). Maar al die aanwijstrucjes vertonen gebreken. Als je niet weet wat een persoonsvorm eigenlijk is, dan raak je altijd wel ergens in de problemen (bijvoorbeeld bij een gebiedende wijs of een bijzin die je niet vragend kunt maken).

Om dit allemaal goed te begrijpen zou je hoofd- en bijzaken van elkaar moeten onderscheiden: eerst snappen wat de hoofdzaak is (en daarmee oefenen), en dan pas allerlei bijzaken. En misschien zou je de bijzaken voor de latere schoolklassen of de hogere schooltypen moeten bewaren. Je moet niet alles ineens willen weten.

In bijgaand document staan de hoofd- en bijzaken van de persoonsvorm in aparte tekstjes overzichtelijk bij elkaar. Je kunt elk onderwerpje ook in een aparte werkvorm oefenen, of je kunt een filmpje maken over dat stukje inhoud, maar je kunt ook het tekstje zelf lezen of in de klas bespreken. Ik zou beginnen met de kerntekst, en eventueel de speciale gevallen weglaten.

De tekstjes kun je bijvoorbeeld gebruiken als aanvulling op een bestaande methode, of als voorbereidend tekstje bij een redeneer-ster-werkvorm over de persoonsvorm.
Als het downloaden van het document niet lukt, staat hier beneden de hele tekst:

zaterdag 23 mei 2015

Nieuw: de Redeneer-ster

Grammaticaonderwijs zou eigenlijk gericht moeten zijn op de ontwikkeling van de (taalkundige) redeneervaardigheid. Om in te zien hoe een zin in elkaar zit, moet je erover kunnen redeneren. Je moet leren wat argumenten zijn in zo'n redenering, waar je die vandaan moet halen en hoe je die tegen elkaar moet afwegen.

Dit alles is een beetje onder de oppervlakte geraakt in de pakweg anderhalve eeuw dat de huidige grammaticadidactiek bestaat: veel van wat oorspronkelijk als argumentatie bedoeld was, is verworden tot een ezelsbruggetje of een vuistregeltje, en in de ontleedoefeningen wordt het resultaat van het eerste het beste ezelsbruggetje al meteen beschouwd als een doorslaggevend argument. Dat is natuurlijk geen manier van doen.

Misschien hebben we wel behoefte aan expliciete werkvormen waarmee je leerlingen kunt leren dat er geredeneerd moet worden. Werkvormen, waarin de redenering -in plaats van verstopt te zijn in het ezelsbruggetje- gewoon open en bloot op de tafel ligt. Waarin duidelijk wordt dat je bijna altijd argumenten voor en tegen hebt, en dat er sterkere en zwakkere argumenten zijn.

De taalprof zou de taalprof niet zijn, als hij niet zijn hele leven besteedde aan het nadenken over een goede oplossing daarvoor. Daarom presenteert hij hier de werkvorm Redeneer-ster. In deze werkvorm (die je trouwens niet alleen bij het grammaticaonderwijs hoeft te gebruiken) kun je leerlingen laten oefenen met het beoordelen en inzetten van argumenten. Je kunt de werkvorm makkelijker en moeilijker invullen, en je kunt hem individueel of in groepjes laten uitvoeren.

Het idee is een aanpassing van een bestaande werkvorm uit de thinking-skillsdidactiek, de zogeheten Mystery. Dat is een werkvorm waarbij leerlingen een (meestal maatschappelijk of ethisch) dilemma moeten bespreken met gebruikmaking van een beperkt aantal stellingen of andere stukjes informatie. De Redeneer-ster is een vereenvoudigde vorm daarvan (het dilemma ken maar twee antwoorden, en de procedure is wat strakker gestructureerd).

Ik heb een algemene beschrijving, en een concreet voorbeeld ter illustratie toegevoegd.

Als iemand dit wil uitproberen wil ik wel graag weten wat de ervaringen zijn! Mocht je een concrete invulling willen maken maar je weet niet goed hoe, dan wil ik daar graag over meedenken.

woensdag 20 mei 2015

Fouten maken doe je maar thuis

Afgelopen week las ik het boek Spijbelen doe je maar thuis van Trudy Coenen, een van mijn mede-juryleden bij de verkiezing van de leraar Nederlands van het jaar 2015, die georganiseerd was door het programma De Taalstaat. In dat boek vertelt zij over haar wederwaardigheden (zeg maar gerust avonturen) als leraar Nederlands op een vmbo-school in Amsterdam. Het leest ook een beetje als een autobiografie, maar dat is het niet echt: daarvoor heeft het een te fragmentarisch karakter.

De verhalen in het boek hebben vaak dezelfde boodschap: je moet als leraar, en vooral in de context van het vmbo, oprecht betrokken zijn bij iedere leerling, maar ook duidelijke grenzen stellen en je leerlingen achter hun vodden zitten. Ze erop aanspreken als ze in de gang zitten te lanterfanten, en desnoods ze uit bed bellen als ze te laat op school zijn. O ja, en bureaucratie, daar heb je vaak alleen maar last van, wat je dan weer het beste kunt omzeilen door de korte lijntjes te zoeken en niet te lang in de theoretische of administratieve verwikkelingen te blijven hangen.

Zo bezien heeft het boek vooral te maken met je professionele en algemeen-pedagogische kwaliteiten als docent. Maar ik zou het hier niet bespreken als ik niet vond dat er ook iets taligs in zit.

vrijdag 15 mei 2015

Taalkundig Kwartet

Sinds enige weken heeft de VPRO-gids een nieuwe wekelijkse puzzel: de kwartetkwis. Je ziet vier kaartjes van een kwartetspel. Op ieder kaartje staat een afbeelding (meestal een persoon), en de vraag is dan: Wat is het onderwerp van dit kwartet? De bedoeling is dat je op zoek gaat naar een eigenschap die alle personen gemeen hebben (en dat is meestal nog niet zo gemakkelijk).

Deze puzzel lijkt een variant van de zogeheten Odd One Out-werkvorm. Daarbij krijg je ook een reeks van plaatjes te zien, en de opdracht daarbij is om een van die plaatjes als de "vreemde eend in de bijt" te identificeren. De gedachte achter de werkvorm is dat je daardoor spelenderwijs op zoek gaat naar relevante eigenschappen van de personen of objecten op de plaatjes.

De Odd One Out heb ik al eens eerder voorgesteld voor het grammaticaonderwijs. In plaats van plaatjes heb je dan woorden of zinnen (of klanken, of woordgroepen, als het maar taal is), en als je de elementen een beetje handig kiest, kun je gemakkelijk discussie uitlokken (bijvoorbeeld omdat er meerdere mogelijkheden zijn).

Ik heb het idee dat het kwartet lastiger is, maar ik probeer het graag eens uit. Ik heb daartoe een aantal voorbeeldjes gemaakt: een tamelijk gemakkelijke, en twee die iets lastiger zijn. Ik voeg hier de plaatjes toe, en ook de bestanden, zodat je ze zelf kunt aanpassen.

Nieuw: Taalprof Klas

Ik loop al langere tijd rond met de gedachte om een speciaal hoekje in het taalprofblog te reserveren voor het grammaticaonderwijs in de klas: lesideeƫn, didactische principes, ervaringen van grammaticadocenten, activerende werkvormen, discussie over de conceptuele achtergronden van de grammaticale termen, en beschouwingen over hoe je over grammatica in de klas zou kunnen redeneren. Daarom heb ik al een tijdje geleden de naam van het blog veranderd in Taalprof Plein, vanuit de gedachte dat ik ooit nog eens Taalprof Klas zou willen maken.

Aanvankelijk had ik het idee van een besloten blog, waar docenten zich konden registreren, maar ik heb toch besloten om het helemaal open te stellen. Ik ga het wel rigoureus modereren: alle discussie die een andere kant opgaat dan expliciet over het grammaticaonderwijs zal ik zonder opgaaf van redenen verwijderen.

Ik twijfel nog over discussies over het nut van grammaticaonderwijs. Ik ben daar niet tegen, maar ze kunnen wel belemmerend werken. Gaat het die kant op, dan zal ik zo'n discussie mogelijk hier afkappen en op Taalprof Plein voortzetten. Op die manier kunnen docenten die hier praktische oplossingen zoeken, beter terecht.

Deel gerust met anderen wat ik hier plaats, en deel ook vooral je ervaringen, of die nou positief of negatief zijn: het is mijn overtuiging dat de pudding zich alleen in het eten ervan kan bewijzen.